Plekje

Vrijdag 21 maart, het begin van een drama

Om 14,30 ga ik vrolijk en optimistisch, zoals ik altijd ben naar de BB. Als de foto’s zijn gemaakt begrijp ik meteen al dat er iets mis is, Er moeten nog 2 foto’s gemaakt worden want alles staat er niet duidelijk op. Wat niet duidelijk? Als ik weer naar huis fiets zet ik allemaal vreselijke scenario’s meteen uit m’n hoofd.

Dinsdag 1 april

Na anderhalve week ligt de brief van Bob West op de deurmat. Bij het openmaken voelde ik al een schok. Zou het m’n zeste zintuig zijn? Op de foto’s is een plekje te zien, wilt u contact opnemen met uw huisarts. Als je zoiets leest zakt de grond onder je voeten vandaan, ik dacht even dat ik zou flauw vallen. Maar m’n optimisme kreeg weer de overhand: niks aan de hand! Of liever gezegd aan de borst.

Woensdag 2 april

Volgende morgen meteen naar de huisarts, omdat mijn eigen huisarts met vakantie was kreeg ik de andere arts van de praktijk, maar dat maakte me niet uit. Ik vond wel dat hij ernstig en heel serieus zei: ”wat een vervelend bericht” Ik dacht nog waarom zo ernstig als er nog niks bewezen is. Hij regelde meteen een afspraak in het Diac. Waar ik dinsdag al meteen terecht kon voor nieuwe foto’s en een echo. Waarom allemaal zo snel en paniekerig? Zouden zij ervaring hebben met deze plekjes? Zo nu en dan overviel me de gedachte dat ik al in de kist lag. Hoe moet ik alles regelen, kinderen, winkel, werk. Maar dan overwon het optimisme weer, niks aan de hand.

Dinsdag 8 april

Weer foto’s maken van m’n borsten. Daarna een echo. In eerste instantie was daar hetzelfde plekje te zien, maar na nog wat meer speurwerk kon de echospecialist het plekje niet meer vinden. Ik blij anders had ik een naald in m’n borst gekregen. Weer foto’s gemaakt. en weer naar de echo. Maar er was geen plekje meer te ontdekken. Daarna naar beneden voor een gesprek met de chirurg. We kunnen een MRI scan laten maken om zeker te weten dat er een plekje zit.

Dinsdag 15 april

Alweer naar het Diac voor de MRI. Ik had op internet gekeken hoe dat zou gaan en ik had ook een brochure meegekregen. Wat ik niet verwacht had was een dikke naald in m’n arm waar contrastvloeistof door heen zou gaan. Brrr die naald en wat is het voor spul wat ze inspuiten? De MRI viel heel erg mee, net alsof je op een houseparty bent met van die harde elektronische stampmuziek. De stof die ze inspuiten zitten ijzer deeltjes. Help ik word gemagnetiseerd.

Maandagavond 21 april

Ik lig in bed en kan niet slapen. De volgende de uitslag van de MRI. Zou het komen door de vergadering waar ik die avond aan deel nam, zou het de cola zijn die ik had gedronken, of zou het de zenuwen zijn. Ik begon nu toch wel wat paniekerig te worden, alsof ik de volgende dag m’n doodsvonnis zou krijgen. Om half 3 toch eindelijk in slaap gevallen.

Dinsdag 22 april

Wat een ontzettend lieve chirurg. Zo rustig en begripvol. Hij liet me de foto’s zien op z’n pc scherm en daar was nog steeds hetzelfde plekje te zien, maar niet duidelijk hoe of wat. Op het scherm bij de MRI kunnen ze het beter zien zei hij. Dat het niet goed is begreep ik al snel, want er werd direct met de woorden schildwachtklier, operatie en chemo gestrooid. Het drong nog steeds niet tot me door . Ik had verwacht dat hij zou zeggen: “mevrouwtje, dit is niks bijzonders u kunt weer gaan”. Er werd een paar maal gevraagd of ik nog vragen had. Vragen ik weet niet waar jullie het allemaal over hebben, wat moet ik vragen? Helemaal verslagen zat ik weer in de wachtruimte te wachten op de mevrouw die de afspraken voor de volgende stappen zou regelen. In die tijd kreeg ik een telefoontje van m’n moeder: “ik moet weer met spoed naar het ziekenhuis”. Oh ja dat kan er ook nog wel bij. Na een kwartier wachten naar de ‘afsprakenzuster’ De ‘borstenzuster’ kwam er ook bij, zij maakte me helemaal in de war. Ze deed net of ik borstkanker had, hoe komt ze daar nou bij?? Ze vroeg: wat denk je nou?” Ik denk eigenlijk helemaal niks, het enige dat door m’n hoofd spookt is alle afspraken die ik in m’n agenda heb staan. 9 Mei mevrouw, kunnen we u opereren. Opereren, jeetje wat gaan jullie dan in vredesnaam met me doen.”Kan ik dezelfde dag weer naar huis?” Het dringt nog steeds niet tot me door. “Nee 3 dagen opname!” 9 Mei, nou nee, dat vind ik veel te snel. Neeee dus. We spreken 30 mei af en 29 mei eerst een scan met radioactieve contrast vloeistof in het Rijnlands. En er wordt een afspraak met de narcotiseur gemaakt en met de ‘borstenzuster’ van een uur, voor een gesprek. Oké ik noteer alles in m’n agenda. Er was twijfel of ik het boekje over borstkanker nu mee zou krijgen of na m’n vakantie zou krijgen. De chirurg zei, “geef nu maar mee.” Pff, wat moet ik met dat boekje, er staat toch nog helemaal niks vast? De boekjes waren op dus geen boekje mee, hèhè gelukkig, anders was m’n tas zo zwaar beladen. Met papieren ga ik naar het lab voor bloedafname. Het is daar zo druk dat ik tussendoor naar de hartafdeling ga voor een e.c.g. Allemaal nodig voor die operatie? Toen ik daar lag met allemaal plakkers op dacht ik, zo ligt m’n moeder nu ook maar dan in Rotterdam. Wat maken ze er een drukte van. 5 grote buizen bloed geef ik af. Nou ja is goed voor de nieuwe aanmaak van bloed, kan geen kwaad. Op weg naar huis ben ik een beetje wazig en nog dringt er niks tot me door. Er is toch nog niks bewezen! ‘s Avonds op de bridge lekker afleiding en wonder boven wonder waren we 4e (53%) ondanks dat er allerlei spook gedachten door m’n hoofd gingen.

Woensdag 23 april.

Toch eens op internet zoeken naar info wat er met me gaat gebeuren tijdens de operatie.En ja hoor ik vind een site met prachtige uitleg en foto’s van alle stappen. Toen begon het pas goed tot me door te dringen. Dat plekje in m’n borst moet er uit en de schildwachtklier wordt ook verwijderd. Een behoorlijke operatie, flinke snee onder m’n arm en een verminkte borst. De dag ervoor moet ik 2 x naar het Rijnlands. Eerst om radioactieve stof ingespoten te krijgen en na 3 uur inkt. Getver het idee alleen al. Zo kunnen ze precies de schildwachtklier en het plekje lokaliseren, daardoor wordt de operatie heel precies uitgevoerd, met zo min mogelijk schade, tenminste dat hoop ik. Het verwijderen van die klier is nodig om te kijken of er uitzaaiingen zijn. Tijdens het bekijken door de patholoog van die klier wordt het plekje weggehaald en daarna wordt besloten of de gehele klier weggehaald gaat worden. Van daar die drie dagen opname en al die drukte. Het is ernst! Wat er na het zien van die site met me gebeurde weet ik niet, maar opeens werd alles helder. Ik word aan m’n borst geopereerd! Hoe vertel ik dit aan m’n moeder en m’n kinderen, m’n zus en al m’n andere dierbaren? De tranen vloeien rijkelijk, zou dat ooit nog stoppen?

Vrijdag 9 mei.

Na een heerlijke relax week in Igalo, Montenegro weer terug in de werkelijkheid. In die week heb ik al m’n problemen los gelaten en geprobeerd nergens aan te denken. Omdat we nogal bezig waren met massages, bubbelbaden, mineraalbaden etc was dat niet zo moeilijk. Vrijdag was het gesprek van 1 uur met Jos de mama care verpleegkundige. Een collega/vriendin uit de apotheek ging mee. Twee horen immers meer dan een. Donderdag 29 mei weet ik na het nemen van een foto met radioactieve stof of de schildwachtklier gelokaliseerd kan worden. Zo nee dan wordt alleen het plekje verwijderd en dan hoor ik na een week of het goed of foute boel is. Vooralsnog ga ik er vanuit dat er niks mis is. Het zekere voor het onzekere, het plekje moet er uit. Ik ben er eigenlijk vrij rustig onder, van te voren zenuwachtig maken heeft geen enkele zin en maakt de kant op kwaadaardig alleen maar groter. Advies van vele alternatieve artsen is: leef zoveel mogelijk zonder stress, dus dat doen we dan maar.

Donderdag 29 mei.

Om 11.30 in de wachtruimte van de nucleaire röntgen in het Rijnlands. Mijn gegeven zijn daar niet binnengekomen vanuit het Diac. Er wordt heen en weer gebeld. Het wachten duurt langer dan gepland.Doch na een tijdje komen ze me halen, alle gegevens zijn ontvangen. Er wordt gebeld naar m’n chirurg omdat ze de gang van zaken vreemd vinden en mij weer weg willen sturen. De chirurg legt uit dat het toch noodzakelijk is de schildwachtklier te lokalisren ookal is het nog niet duidelijk wat het plekje is. Ik krijg een prik links van m’n borst. Ga ik nu licht geven? Om 15.00 moet ik weer terug zijn op de afdeling voor de foto’s. Omdat het allemaal langer duurde dan gepland en omdat het zo ontzettend druk is op de weg besluit ik om wat te gaan rondstruinen op de woonboulevard vlak bij het Rijnlands i.p.v. naar Noordwijk te rijden. In die tijd moet ik zo nu en dan m’n arm omhoog zwaaien om de vloeistof door m’n borst te laten gaan. Gelukkig lopen er maar weinig mensen op straat, dus niemand ziet hoe gek ik doe. Om 15.00 weer terug in het Rijnlands. De foto’s die nu gemaakt worden gaan gelukkig op een betere manier dan met die platdrukplaten. Het lijkt op MRI, alleen duurt het veel korter. Het resultaat: er is geen schildwachtklier op de foto’s te zien. Het zal toch niet waar zijn!

Vrijdag 30 mei.

Om 10.00 meld ik me in het Diac voor opname. Ik heb steeds het gevoel dat het een vage zaak blijft. Maar ik doe braaf wat de verpleegsters en al het andere ziekenhuispersoneel me vraagt. Om11.30 staat weer een echo gepland voor het inbrengen van het draadje, zodat de chirurg precies weet waar het plekje zit. Een vriendin is mee en we gaan thee drinken in het restaurant. Ik zie allemaal lekkere broodjes en stukken taart staan, maar ik moet nuchter blijven. Om 10.30 word ik alweer opgehaald, verkeerde planning dus. Mee naar de echo. Hier krijg ik (in mijn idee) voor het eerst iemand die echt met vrouwen begaan is, een vrouw! Heel precies voert ze de echo uit en ja hoor ze ziet wat, maar wel op een heel andere plaatst waar tot nu toe iedereen mee bezig was. Zij vind dat er toch eerst een biopsie gedaan moet worden voor er geopereerd gaat worden. Er wordt weer met de chirurg gebeld. Die man wordt nog eens gek van mij. Maar gelukkig vindt hij dit ook een beter plan. Ik word plaatselijk verdoofd. Eerst wordt er wat vloeistof uit m’n borst gezogen en dit gaat meteen naar het lab. Dan krijg ik een sneetje en wordt er 2 x wat weefsel uit gehaald. Terug naar m’n kamer op de verpleegafdeling. Ik val meteen in slaap. Ik wordt wakker gemaakt door de chirurg. Mevrouw we vinden het een heel vervelende gang van zaken. U kunt weer naar huis. Dinsdagochtend krijgt u de uitslag van de biopsie. Ik vraag nog waarom het nu ineens een andere plaats in m’n borst is, maar die vraag wordt weggewimpeld. Eenmaal weer thuis moet ik heel wat mensen bellen om te vertellen dat de operatie niet door ging. Heel m’n planning moet gewijzigd worden. Ik kan dienst doen zaterdag nacht, maandag kan ik ook werken. Ik val in een soort gat van tijd, planning en gedachten. Ik heb het idee dat ik in het ziekenhuis een opblaaspop ben i.p.v. een mens met gevoel. Ik word heen en weer geslingerd met tijden, afspraken, foto’s, echo’s, en vooral m’n gevoelens. Ik ben behoorlijk in de war, vooral ook omdat ik steeds maar denk dat er niks aan de hand is. En waar zit in vredesnaam nu dat plekje? Of heb ik er twee?

Dinsdag 2 juni,

Nog zenuwachtiger om op tijd in het ziekenhuis te zijn dan voor de uitslag rij ik voor de zoveelste keer naar het Diac. Na een minuut of 10 wachten word ik geroepen voor de uitslag. De chirurg: dankzij de radiologe hebben we nu heel goed kunnen constateren dat het kanker is. Alles werd even zwart voor m’n ogen, dit had ik dus nooooit verwacht. Het is net of hij het over iemand anders heeft. Ik kom weer in het afspraken circuit van radioactief spul, foto, tot de volgende dag operatie. Het enige verschil met vorige week is dat het nu duidelijk is waar het plekje zit. Dinsdag 10 juni is de operatie. De hele verdere dag gaat alles aan me voorbij. Ik kan nog maar aan 1 ding denken: ik heb kanker. Ik ben iemand die graag voor iemand zorgt en helpt. Tegen een heleboel mensen moet ik nu nee gaan zeggen. Het draait nu om Wilma, ik moet gaan accepteren dat mensen mij gaan helpen. en daar zal ik heel veel moeite mee hebben.

Maandag 9 juni,

Het lijkt alsof bij mij alles twee keer moet gebeuren,(zie verder) alweer op weg naar het Rijnlands voor de radioactieve prik. Omdat het onderweg veel minder druk is dan ik had verwacht ben ik een half uur te vroeg. Ik neem een kop koffie met een overheerlijke Zeeuwse bolus in het ziekenhuisrestaurant, wat een luxe! Op maandag loop ik anders te rennen in Vivaldi. De prik viel tegen, deed veel meer pijn dan de vorige keer. Om 15.00uur moet ik weer terug zijn voor de foto’s. In die tijd ga ik maar weer naar huis, ik rijd wat af , de regering geeft helaas geen korting op de benzine voor patiënten, zou wel een goed idee zijn. Om 15.00 lig ik voor de tweede keer in de tunnel voor de foto’s. Helaas is de schildwachtklier weer niet te ontdekken. Geen goed nieuws dus.

Dinsdag 10 juni,

Om half negen komen we (zoon) en ik op de afdeling chirurgie. ”U ligt op kamer dertien mevrouw Soesman”. Oh nee hè, dertien, hoe is het mogelijk, zo bijgelovig als ik ben dacht meteen dit gaat niet goed hier.”U kunt uw tas uitpakken en kast twee is van u”. Ja wat zit er in een ziekenhuistas, geen hoge hakken en een mooie jurk voor een dineetje, ik hang dus alleen de kleding erin die ik aan heb en trek een enig operatiejasje aan met wel vijftig drukkertjes. In een rolstoel wordt ik naar beneden gereden, ik ben nu echt patiënt, want zelf lopen mag ik niet meer. De radiologe brengt na een plaatselijke verdoving een ijzerdraadje met weerhaakjes in m’n borst om de chirurg precies het plekje aan te geven tijdens de operatie. Met een soort antenne uit m’n borst word ik naar een andere kamer gereden voor alweer een röntgenfoto, wat een stralen heb ik inmiddels al gekregen. En, hoe kan het ook anders; het ijzerdraadje zit niet op de juiste plek. Opnieuw een draadje erin, nu heb ik twee antennes. Weer een röntgenfoto. En ja hoor, tweede draadje zit goed. Weer terug in kamer dertien kruip ik in bed. Ik kan de spanning ff niet meer aan en barst in snikken uit. Een aardige mevrouw die tegenover me ligt troost me, haar zus maakt op dit moment het zelfde mee, dus ze weet wat ik voel. Ik krijg een fraxiprik,midazolam,400mg celebrex en 1000mg paracetamol.(voor de insiders). Om twaalf uur word ik naar de operatieafdeling gereden. De assistent van de anesthesist probeert een ader in m’n hand te vinden voor het infuus. Door m’n klamme zweethanden is er geen ader te bekennen. Hij probeert wat en prikt ernaast. Ook weer voor de tweede maal opnieuw prikken, maar nu door de anesthesist, die heeft meer succes. Een man naast me krijgt een ruggenprik toegediend. Het laatste wat ik dacht: gelukkig krijg ik dat niet, daarna…… Opeens word ik geroepen, mevrouw,mevrouw, wakker worden, u ben klaar. Klaar, ik weet van niks, is de operatie al klaar? Ik doe m’n ogen open en zie de chirurg bij me staan. “We hebben een deel van de okselklier weg moeten halen, de schildwachtklier was ook met de Geigerteller niet te vinden”. Wat een rotnieuws. Met en extra shotje morfine word ik weer naar kamer dertien gereden. Als ik weer een beetje bij m’n positieve ben bekijk ik de pleisters. Eén jaap van bijna 8cm met drain en 1 jaap van ca 10cm onder m’n arm met drain. Vooral die laatste is zeer pijnlijk. Een stuk van m’n borst is gevoelloos, maar dat komt met der tijd wel weer terug.(zegt men).

Woensdag 11 juni,

Na veel hazenslaapjes ben ik de nacht goed doorgekomen. De ziekenhuisbedden zijn uitstekend, in allerlei standen verstelbaar. De twee kamergenoten mogen naar huis, dus ik breng de dag alleen door. ’s Middags mag één drain eruit, een hele opluchting, want die slangetjes in je lijf doen behoorlijk pijn. Linkerarm kan ik niet bewegen, want dan steken een paar messteken door me heen.

Donderdag 12 juni,

Joepie ik mag naar huis en de tweede drain mag er ook uit. Eén maal thuis nestel ik me op de bank. Lekker lui niks doen. Kopjes thee en eten worden aangedragen. Iedereen is zo lief en behulpzaam. De kamer staat vol bloemen en de telefoon staat niet stil.

Vrijdag 13 juni,

Hè gets, wat een datum. Ik voel me slap en zweverig. Slaap tot 13,00 uur.’s middags komt een man van de thuiszorg de pleisters verwisselen en kijken of alles er goed uitziet. Hij vraagt of ik er bezwaar tegen heb dat hij een man is. Haha, er hebben nu al zoveel mannen naar die borst gekeken, kan hij er ook nog wel bij. Ik krijg mooie transparante pleisters waar ik mee onder de douche kan. Behalve dit verhaal schrijven doe ik niks behalve lekker hangen op bed. Ik neem het er maar van.

Donderdag 19 juni,

Na een nacht vol dromen met allerlei uitslagen van de chirurg, de ene met goede afloop, de andere met vreselijke afloop, gaan zoon en ik op weg naar de afspraak. We nemen allebei een appel mee voor onderweg, maar nemen er geen hap van, zelfs zoon niet, die normaal gesproken al 6 appels op zou hebben. We worden de spreekkamer binnen geroepen. Ik moet m’n wonden laten zien aan de mammacare verpleegkundige. Mijn complimenten voor het netjes dichtmaken van de operatie sneeën, de huid is dichtgelijmd en onderhuids oplosbare hechtingen, straks is er alleen nog maar een miniem streepje te zien. De meeste wonden zitten waar de pleisters hebben gezeten, ik kan echt nergens tegen, zelfs niet tegen de meest huidvriendelijkste pleister. Terwijl ik me weer aankleed zegt de chirurg:” ik heb goed nieuws voor u”. Ik dacht dat kan niet, ik heb hier alleen nog maar slecht nieuws gehoord. “Er zijn geen uitzaaiingen! De lymfe waren helemaal schoon en het plekje is 100% weg”. Ik keek alsof ik water zag branden. “Vind u het geen goed nieuws”. “Jaja, ik kan het nog niet helemaal bevatten”. Er volgen nog wel 35 bestralingen voor de securiteit. Die 7 weken kom ik ook nog wel door. Als dat tere huidje het maar goed houdt. In de auto wordt meteen die appel verorberd. De pijn onder m’n linker arm doet ineens geen pijn meer, althans het interesseert me niet meer. De blijheid, de vrijheid begint tot me door te dringen!

Het waren 3 hele spannende maanden. Als zoiets jezelf treft maak je het op een heel andere manier mee dan dat het iemand anders treft. Ik kan niet omschrijven hoe het voelt, zoiets van: ik ben het wel ik ben het niet. Ik heb ondervonden dat heel veel mensen om me geven en dat voelt héél goed!

Donderdag 26 juni,

Voor controle naar de chirurg. Hij vond alles er goed uitzien. Ik dacht, wat je goed noemt, het is overal nog dik en blauw. Het plekje was een adenocarcinoom type III. Agressief dus. Maar het is helemaal verwijderd, dus ik ben er van af. Gelukkig niet hormoongevoelig. Maar ik houd niet van het woord agressief, dat woord kon ik die dag niet uit m’n hoofd halen, de hele dag en nacht spookte dat woord door m’n hoofd. Ik moest van hem nog even bij de mammacare verpleegkundige langs. Waarom weet ik niet, dus weer naar de wachtruimte. Gelukkig snel aan de beurt. Ik begrijp nu waarom ik naar haar toe moest. Het was een vrouw/vrouw gesprek. Toch wel heel prettig. Het herstel kan wel 9 maanden duren, leuk om te weten. Het verbaasde haar dat ik alweer aan het werk was. Thuis zitten kniezen is niks voor mij. In m’n winkel heb ik afleiding, allemaal gezellige mensen die binnen komen. Ja heus, ik doe rustig aan. Kan ook niet anders, want ik ben snel uitgeput en met m’n arm kan ik nog niet veel, dat is verplicht aan webwinkel werken. In de apo heeft iedereen begrip voor me, dus daar gaat het ook goed. Als ik thuis kom plof ik op de bank en kom er de hele avond niet meer af. Nu maar wachten op het telefoontje van het LUMC voor de eerste afspraak voor de bestraling.

Iedereen die mails, kaarten en bloemen heeft gestuurd of me gebeld heeft geef ik langs deze weg een hartelijke dank. De belangstelling is overweldigend! En natuurlijk ook de mensen die met me mee zijn gegaan naar het ziekenhuis en me gebracht en opgehaald hebben.

Donderdag 10 juli,

Afgelopen week kreeg ik een telefoontje van het LUMC dat ik a.s. maandag de eerste afspraak heb voor de bestraling. Dat kwam nogal rauw op m’n dak Net een beetje hersteld van de operatie, pijntjes onder m’n arm worden minder en m’n arm is weer redelijk te gebruiken. Dan word je weer opnieuw geconfronteerd met het hele kanker gedoe. Ja ja ik wist dat ze zouden bellen…… Maandag samen met dochter zaten we bij radiotherapeut-oncoloog Chin. Hij bekeek de schade op m’n borst en onder m’n arm en de klieren. Alles zag er goed uit volgens hem. Hij legde het een en ander uit, schreef alles op wat ik zei met een handschrift die werkelijk niemand zou kunnen lezen. Dinsdag weer naar het LUMC, nu om de locatie voor de bestraling te bepalen. Ik lig op een smalle bank met kussen hier en kussen daar. Twee jongens en Chin staan met viltstiften op me te tekenen. Ik word heen en weer gereden onder een smalle tunnel, zie allerlei lichtjes aan en uitgaan. Wonderlijke apparatuur allemaal. Na een uurtje ben ik klaar. De strepen moeten zeven weken blijven zitten. Ik mag ze niet zelf overtrekken als ze vervagen, want het mag geen mm ernaast staan. Nogal geëmotioneerd rij ik weer naar huis. Het feest gaat beginnen! Donderdag 2.15uur lig ik op een zelfde soort bank. Ik moet exact hetzelfde liggen en me niet verroeren. Weer krijg ik strepen met een viltstift erbij, maar nu van twee dames. De strepen staan zo dat ik een kuis truitje of hoog gesloten blouse aan moet, anders vraagt iedereen wat een rare tatoe heb je daar. Het apparaat waar de straling uitkomt is een grote ronde trommel die alle kanten op gedraaid kan worden Als alles goed ingesteld is verdwijnen de dames in een andere ruimte, waar ze me op monitors kunnen zien. Vijf maal een halve minuut word ik op vijf plaatsen bestraald. Als ik het gezoem hoor van de röntgen gaat er wel iets door me heen. Als mijn vader me zo zou zien liggen, zou hij zich omdraaien in z’n graf. Vroeger mocht er geen wekker in huis zijn met uraniumcijfers, straling! En waar lig ik nu onder? Zou ik dit zeven weken vol kunnen houden. Ik wil huilen maar doe het niet.

Vrijdag 11 juli,

De eerste twee bestralingen zitten erop. Nog eenendertig tegoed. Het aftellen is begonnen. Behalve een ontzettend hete borst merk ik er niks van. Ik heb nu een “vrij weekend”. Voorzichtig douchen, strepen bijwerken met viltstift door dochter en verder gewoon doorgaan met alles wat ik normaal ook doe.

Zondag 27 juli,

Heel veel vakantiegangers deze weken. Het is prachtig strandweer. Op weg naar het LUMC zie ik een man de laatste dingen in z’n auto leggen, klaar voor vertrek met z’n caravan, waarschijnlijk naar het zuiden. En wat doe ik? Verplichting aan mezelf, m’n lijf die me aardig in de steek heeft gelaten. Nou ja, ik mag niet zeuren, alles gaat prima, praktisch geen last van de bestraling. Eén borst heeft een “gezond” bruin kleurtje gekregen. Nog 21 te gaan. Dat betekent 42 maal 14 km. Is 546 km. te rijden. Ik heb nog nooit zo nauwlettend de benzineprijs in de gaten gehouden. Nog minimaal 4200 liter vocht naar binnen werken. Of ik moe ben? Ik zit altijd vol energie ook nu. Na een dag hard werken is het logisch dat ik moe ben, geen idee of het van de bestraling komt. Ik slik wel elke dag Nutrilite double X. Kijk maar op dit filmpje wat een power dat geeft. Het is vandaag zondag, rustdag, ik ga eens lekker in de tuin aan de slag, alhoewel, de ligstoel zal ook wel trekken, maar wel in de schaduw, want in de zon mag ik deze zomer niet.

Zondag 3 augustus,

Zou de ellende nu zijn toegeslagen? Zodra ik kan slaap ik en ik heb een “verbrande” plek met blaren met kapotte huid. Het doet behoorlijk pijn en dat zal alleen maar erger worden volgens Dokter Chin. Ik lig het liefst op bed met een koel zeewindje over de brandplekken. Maar …ik ben over de helft, nog 8 hele borstbestralingen en 8 busters op de geopereerde plek. De komende weken geef ik me maar over en laat het huis het huis en de tuin de tuin. Ik wil gewoon blijven werken in de apo’s en in m’n winkel, want als ik dat niet meer kan dan zak in een heel groot gat.

Zondag 10 augustus,

Alweer een week voorbij. Een week van ups en downs. Gelukkigs zijn de downs weggeëbd en nemen de ups de overhand. Ik begin mezelf weer te herkennen als de altijd vrolijke optimistische Wilma. Ik heb Mepilex light op de rode open plekken gekregen. Dat is nog eens een wondverband, heerlijk zacht. Meteen was de pijn verdwenen. En daar wordt een mens toch vrolijk van! Woensdag moest ik weer naar de simulator om het veld te lokaliseren voor de laatste 8 busterbestralingen, inderdaad met een r ertussen. Weer een half uur doodstil liggen op een bank, weer werd ik precies onder een apparaat geschoven. Tikje omhoog, tikje omlaag, tikje naar links, tikje zus tikje zo. En ik m’n adem maar inhouden om zoveel mogelijk mee te werken. Weer stralen door me heen, nog meer strepen op m’n borst, die nauwkeurig door een man (wat een vak) getekend werden, Dit keer met een groene viltstift, om verwarring met de zwarte te voorkomen. De irritatie zal op die plaats nog erger worden. Het blijft nog wel 2 weken nawerken. Zo langzamerhand werd ik depri van al die handelingen en mededelingen. Maar….woensdag was het laatste dipdagje. Want het einde is in zicht. Als ik over 2 weken klaar ben met bestralingen verklaar ik mezelf kankervrij, als de arts dat nou ook maar doet. Nog 3 hele en 8 busters. Nog 308 km, nog 2200ml water. Nog vele uren slapen.

Zondag 17 augustus,

Nu begrijp ik waarom de chirurg me zo zielig aankeek toen hij zei: “na de operatie volgen nog 33 bestralingen”. Hij wist wat me te wachten stond. Stekende pijn, doffe pijn, jeuk, blaren, rauwe huid, verkleurde duid en de hele dag met een hoofd lopen alsof ik zwaar aan de boemel ben geweest. Ik voel dat er hard gewerkt wordt in die borst, opruimen van vernietigde troep en aanmaak van gezonde cellen. Ik heb nog nooit zo naar de herfst verlangd. Dan is alles voorbij en aan de beterende hand. Tenminste daar vertrouw ik op. Nog 6 busters, elk van een halve minuut. Ja voor die halve minuut ga ik elke dag naar LUMC. Gelukkig vind ik rijden leuk, dus die 84 km doe ik met plezier. Nog 1200 ml water, nooit geweten dat je van water zo’n duf hoofd kon krijgen, koffie zou een betere optie zijn.

Zondag 24 augustus,

Wat zijn die 6 weken snel voorbij gegaan, maardag de laatste bestraling!. Het eerste wat ik ga doen als ik uit het LUMC kom is een grote bos bloemen kopen en thuis naar gaan zitten staren. Een heleboel zeggen: “fijn hè, de laatste keer, dan ben je er vanaf.” Maar zo makkelijke ligt het niet, dat merk ik nu wel. Natuurlijk is het fijn dat de bestralingen klaar zijn, met alle ongemakken die het met zich mee bracht. Het ‘was’ een ‘plekje’ wat ik altijd bij me zal blijven dragen, ook al is het alleen in m’n gedachten. Het fijt dat mijn lichaam in staat is foute cellen aan te maken is een zwaar gegeven. De wonden van de operatie zijn allang geheeld en de gevoelloosheid en de pijn onder m’n arm daar ben in al aan gewend, de open plekken op m’n borst beginnen langzaam te helen. Of de mentale pijn gaat verdwijnen zal de tijd leren.

Woensdag 8 juli 2009

Een jaar na dato: In juni controle foto's gemaakt en op het spreekuur bij de chirurg geweest. Wat een opluchting, ik ben kankervrij! Wat een heerlijk gevoel. De herinnering aan een zwaar jaar vervaagt en schuift heel langzaam naar diepere lagen. M'n vervelende arm zal me wel steeds aan de operatie doen denken. Zo nu en dan scherp stekende zenuwpijn in m'n arm en doffe steken in m'n borst. Dat betekent dus even rustig aan doen en dat valt voor een Ram die van Mars komt niet mee. Maar ja, ik wil ook niet met een dikke arm door het leven gaan. Ik realiseer me dat ik er heel goed van af gekomen ben. Te danken aan de "borstenbus"! Want die dames zagen een heel heel klein verdacht plekje. Ik ben die dames dan ook eeuwig dankbaar.

Woensdag 10 maart 2010

Alweer een jaar verder. Gisteren bij dr. Chin geweest. Veel te vroeg was ik in het LUMC. Kwam natuurlijk een beetje door de zenuwen. Voor mijn gevoel gaat alles goed, maar je weet nooit wat zo'n oncoloog ineens voelt. En je wordt toch weer met je neus op de feiten gedrukt, dat je ex kankerpatient bent. Over het algemeen ben ik er vrij nuchter over, maar soms krijg ik er een benauwd gevoel over. Komt het ooit weer een keer terug? Dr Chin voelde of er lymphoedeem in m'n nek of arm was, of andere rare bobbels. Gelukkig was hij heel tevreden, geen spoor hiervan te ontdekken. Houden zo, dacht ik. want lymphoedeem kan zelfs na jaren nog ontstaan en dan ben je nog niet jarig. Eind april foto in Diac en afspraak met de chirurg en dan hebben we het weer voor een jaar gehad.Tenminste...daar reken ik op.

wilma